Met het geluid van “eieren die worden gekookt in een pannetje” hoort Antonietta Roma haar vader (81) rochelen in het verpleeghuisbed. “Uw vader is bezig met het laatste stukje van zijn levensreis”, zegt de verpleegkundige. Op dat moment ziet Roma samen met haar oudste zoon en beste vriendin hoe haar vader zijn laatste adem uitblaast. Dat gebeurt op zondag 24 juni, om half twee ’s nachts. De verpleegkundige deelt Roma mee dat in de ochtend een arts zal worden gebeld voor de lijkschouwing. “Ze wisten niet precies hoe laat. Dat hing af van wanneer de arts tijd had om te komen.”
Roma belt met de uitvaartverzorger, die haar aanraadt om meteen een schouwarts te laten komen. Want wettelijk mag pas na het schouwen het wassen en aankleden beginnen, dat Roma zelf wil doen. “En als de rigor mortis intreedt, is dat lastiger.”
De balseming van het lichaam kan ook pas na de schouw in gang worden gezet. Die is nodig omdat Roma’s vader een paar dagen later naar Italië zal worden overgebracht. “Hij wordt begraven in een dorpje in Zuid-Italië. Daar komt hij vandaan.”
Maar als Roma vraagt om een lijkschouwing, weigeren de verpleegkundigen mee te werken. “Dat doen we nooit op dit tijdstip”, zeggen ze. Roma is verbijsterd. “Overal in de wereld is het toch gebruikelijk dat een arts meteen de dood vaststelt en de oorzaak van het overlijden onderzoekt.”
Dat is in Nederland ook de praktijk, alleen niet als mensen ’s nachts in verpleeg- of verzorgingshuizen doodgaan. Van elf uur ’s avonds tot zeven uur ’s morgens vinden daar in de regel geen lijkschouwingen plaats. Dat gebeurt dan pas de volgende dag.
Toestemming geven
Wat instellingen er vaak niet bij vertellen, is dat de familie toestemming moet geven voor dit uitstel, zegt Jan-Jaap Palma. Hij is mede-eigenaar van Uitvaart24, een onderneming die actief is in heel Nederland. “Als nabestaanden willen dat hun dierbare meteen wordt onderzocht, bijvoorbeeld omdat ze het respectloos vinden hun vader of moeder onaangeroerd de hele nacht in bed te laten liggen, dan moet een arts meteen in de auto springen.”
Hoe vaak verpleeghuizen na een verzoek van de familie toch weigeren de arts op te roepen, is niet duidelijk. “Wel komt dat steeds vaker voor”, zegt Palma, die de nachtelijke meldingen aanneemt bij Uitvaart24. “Bij 7 op de 10 sterfgevallen na elf uur ’s avonds moeten nabestaanden tot de volgende ochtend wachten, schat ik.”
Roma laat het er niet bij zitten en dringt aan. “Even later belden ze toch de arts, en ja, hij zou rond vier uur komen. Tenzij er iets tussen zou komen, zei de verpleegkundige. Ik dacht nog even: wat kan er nou tussen komen, midden in de nacht. Een andere dode?”
In de tussentijd blijft ze bij haar vader aan het bed, ook om zeker te weten dat de arts komt. “Om vier uur in de ochtend liep hij lichtelijk geïrriteerd binnen en vroeg: ‘Wat is de reden dat je nu een lijkschouwing wilt?’
Wat houdt een lijkschouwing in?
Na een overlijden stelt de (behandelend) arts eerst de dood vast. Dat gebeurt door naar het hart en de longen te luisteren en door te testen of de pupillen nog reageren op licht. Dan volgt de lijkschouw, die moet uitwijzen of er sprake is van een onnatuurlijke dood. De arts inspecteert voornamelijk het hoofd-hals-gebied en spreekt met de familie en andere betrokkenen.
Blijkt het overlijden een natuurlijke dood te zijn, dan geeft de arts een verklaring van overlijden af. Zijn er aanwijzingen voor een onnatuurlijke dood, dan wordt de gemeentelijk lijkschouwer ingeschakeld, doorgaans een forensisch arts. Als die ook concludeert dat de overledene niet natuurlijk is gestorven, wordt de officier van justitie ingelicht. Die kan besluiten om een onderzoek te starten naar de toedracht van het overlijden.
Bij Sonja de Jager weigerde de arts langs te komen. Haar moeder (92) overleed op zondag 26 mei om drie uur ’s nachts in een verzorgingshuis in Den Haag. Ze woonde er al zes jaar, leed aan afasie en dementie. “Wij wilden dat ze in het verzorgingshuis overleed, want daar voelde ze zich thuis na al die jaren.”
Na het overlijden wil De Jager dat haar moeder snel wordt gekoeld. “Je wilt dat ze er fatsoenlijk bij ligt tegen de tijd dat ze wordt opgebaard. En in een tehuis is het hartstikkewarm. Maar van de arts van het verzorgingshuis kregen we te horen dat de lijkschouwingen in het weekend pas vanaf half negen ’s morgens plaatsvinden. Ik ben daar nog steeds boos over. De arts kwam uiteindelijk om tien over negen.”
Verpleeghuizen denken ten onrechte dat het geen kwaad kan om overledenen een hele nacht op een warme kamer te laten liggen, zegt uitvaartverzorger Jos Buitelaar. “De volgende dag is er inderdaad ogenschijnlijk nog niets aan de hand. Maar na drie tot vier dagen, als de overledenen al lang en breed zijn overgebracht naar het uitvaartcentrum, komen de verkleuringen aan het licht. En die blijf je soms zien als mensen zijn opgebaard.”
Uit bed gebeld
In de Wet op de lijkbezorging staat dat de lijkschouwing ‘zo spoedig mogelijk na het overlijden’ moet gebeuren. Een tijdlimiet staat er niet bij, omdat er altijd iets dringends tussen kan komen, zoals het leven redden van een patiënt. Maar binnen drie uur moet de lijkschouwing redelijkerwijs toch wel kunnen plaatsvinden, menen de meeste artsen en uitvaartverzorgers.
Toch heeft het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) in de richtlijn ‘Lijkschouw voor behandelend artsen’ in 2016 opgenomen dat in tehuizen de lijkschouw bij nachtelijke overlijdens de volgende ochtend kan plaatsvinden. Volgens de uitvaartverzorgers was die het resultaat van een lobby van Verenso, de beroepsvereniging van specialisten ouderengeneeskunde, ofwel verpleeghuisartsen. Verenso zou hierover afspraken hebben gemaakt met de Inspectie voor Gezondheid en Jeugd (IGJ) en het ministerie van Volksgezondheid (VWS).
Tjerk Wiersma was destijds projectleider en senior wetenschappelijk medewerker van het NHG. Hij vertelt dat in de eerste versie van de richtlijn nog stond dat de lijkschouwing binnen drie uur moet worden verricht. “Maar daarop kwam een brief van Verenso, waarin de vereniging eiste dat die termijn werd geschrapt. Ze verwees daarbij naar al in 2011 gemaakte afspraken met de inspectie en VWS.”
In de brief, die in het bezit is van Trouw, slaat Verenso met de vuist op tafel: ‘De conceptrichtlijn zal moeten worden aangepast.’ Wiersma: “We voelden ons min of meer genoodzaakt om het uitgesteld schouwen in de richtlijn op te nemen. Dat is wel met tegenzin gebeurd, ook om een andere reden: naarmate je langer wacht met de schouw verdwijnen eventuele sporen van een onnatuurlijke dood.
“Aan de andere kant kan ik me voorstellen dat verpleeghuisartsen niet steeds uit bed willen worden gebeld om een lijkschouwing te doen. In verpleeghuizen overlijden nogal wat mensen.” Dat is ook wat uitvaartverzorgers vermoeden: artsen in verpleeghuizen willen niet steeds bij nacht en ontij moeten opdraven.
Onderlinge afspraak
Het ministerie van Volksgezondheid laat in een reactie weten dat niet alleen artsen, maar ook de naasten en familie een nachtelijke schouwing belastend vinden. Dat zou blijken uit navraag bij Verenso. Waar die belasting uit bestaat, vermeldt het ministerie niet.
Uitgesteld schouwen gebeurt alleen bij ‘verwacht overlijden’, zegt Jacqueline de Groot, specialist ouderengeneeskunde en voorzitter van Verenso. “Alleen bij bewoners die al ziek zijn, en in het stervensproces zitten. Met de familie zijn dan al gesprekken gevoerd over het levenseinde. Als we een bewoner dood in bed aantreffen, als we twijfelen aan de doodsoorzaak, bellen we meteen de arts om te schouwen. Ook als de familie daarom verzoekt.”
Brigitte Wieman, voorzitter van branchevereniging BGNU, benadrukt dat de richtlijn strijdig is met de wet, die immers duidelijk stelt dat de lijkschouwing ‘zo spoedig mogelijk na het overlijden’ moet plaatsvinden. “En dat is niet de volgende dag. Ook een term als ‘verwacht overlijden’ komt in de wet niet voor. Met de richtlijn, die wat ons betreft niet meer is dan een onderlinge afspraak, hebben artsen de wet te zeer opgerekt.”
Vergelijk het met werkgevers die onderling afspreken dat hun werknemers op weg naar kantoor door rood licht mogen rijden, zegt uitvaartverzorger Buitelaar. “Je kunt dat wel afspreken, maar dat betekent nog niet dat het mag.”
Volgens het ministerie van Volksgezondheid is de richtlijn niet strijdig met de wet. “De wetgever heeft immers ruimte gelaten voor concrete invulling via veldnormen”, zegt een woordvoerder. Oftewel: binnen de grenzen van de wet mogen artsenverenigingen zelf beslissen. Uitvaartondernemer Palma ziet nog een ongewenst effect van de richtlijn: sommige verpleegkundigen beginnen ’s nachts al wel met wassen, aankleden en soms zelfs koelen, vertelt hij. “Ongetwijfeld goed bedoeld, maar volgens de wet mag dat niet vóór de lijkschouw. Een arts kan dan namelijk moeilijker vaststellen of het om een onnatuurlijke dood gaat.”
Ook niet alle nabestaanden wachten tot de volgende dag. “Het mag misschien niet”, zegt De Jager, “maar wij hebben mijn moeder toch afgelegd. Wij hebben haar zo niet laten liggen, ben je mal!”
Bron: Trouw.nl